Wat veranderde in de beeldende kunst van de Grieken?
In het oude Griekenland waren veel stadstaatjes met ieder zijn eigen cultuur en beeldhouwkunst, bijvoorbeeld bij de Myceense kunst zijn gouden maskers erg bekent. De Cycladische kunst is erg bekent om zijn mooie beeldhouwkunst en de Minoïsche kunst om haar keramiek. Vaak werden beelden gemaakt door de Grieken doormiddel van brons, later maakte ook de Romeinen dezelfde beelden na maar dan met verschillende soorten marmer. Door de ontwikkeling van de Grieken in hun kunst vormen ontstond de basis waarop de westerse cultuur op gebouwd kan worden. Ook deden de Grieken veel aan kunst door middel van vazen. Hierbij maakten ze veel geometrische vormen, daarom heet deze periode in tijd ook de geometrische periode. Ze gebruikte vaak terracottavazen waar zwarte verf op werd gespoten en zo figuren konden gemaakt worden. Later werd deze vorm geperfectioneerd door het andersom te doen. Door de Egyptenaren werden de Grieken onder druk gezet om ook aan beeldend kunst te gaan beginnen. De beelden werden meestal gemaakt van steen of verschillende soorten marmer. De beelden waren vaak van jonge mannen of jonge vrouwen die veel af te leiden waren van de Egyptische beelden. De eerste beelden waren erg stijf met weinig beweging te zien. Wel hadden de beelden één voet lichtjes naar voren, dit was echter nog niet een contrapost houding. Ook zijn deze beelden gekenmerkt door de glimlach die ieder beeld had. Deze periode noemen wij de Archaïsche periode. Toen de klassieken periode aanbrak gingen de beeldhouders meer richten op het maken van beelden naar het schoonheidsideaal van die tijd. Zo werden er vaak beelden gemaakt van gespierde mannen, de wetenschap speelde hier ook een grote rol bij mensen gingen namelijk kijken hoe spieren echt bewogen en bij welke houding welke spieren worden aangespannen. Ook kwam er meer emotie in het gezicht van een beeld vaak was het hoofd ook een klein beetje naar een kant geboren en was een lichte s-vorm in het beeld te zien. De contraposthouding werd hierbij verder uitgewerkt door het been van het beeld nog verder naar voren te maken en soms deden ze ook lichte bewegingen maken. Ook breekt de hellenistische periode aan waarbij de beelden erg overdreven worden in hun bewegingen en uitdrukkingen. De beeldhouders gingen ook meer beelden maken van normale mensen en ging het niet altijd over het schoonheidsideaal. Ook werden vaak de krullen van sommige beelden erg gedetailleerd gemaakt in tegendeel van de vorige periodes.
Archaïsche periode
Deze periode werd gekenmerkt door de stijve beelden met erg weinig beweging. Ook zie je veel in dit soort beelden een lichte glimlach en de typische gevlochten steile haren.
Klassieke periode
De klassieke periode wordt gekenmerkt door de ontwikkeling in het tonen van emotie van de beelden. Er word ook goed gekeken naar de anatomie van de beelden en hebben vaak een contraposthouding.
Hellenistische periode
De hellenistische periode heeft veel beelden waarbij het erg overdreven word wat er afspeelt, door de anatomie van de beelden kan komt het beeld tot leven en is er goed te zien dat de personen emotie kunnen uitdrukken.